Monthly Archives: januari 2016

  • -

FOR wordt met ingang van 1 januari 2023 afgeschaft

Category:Nieuwsbrieven

De staatssecretaris heeft Kamervragen beantwoord over zzp’ers en de opbouw van fiscale oudedagsreserve (FOR).  Circa 300.000 ondernemers die belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting (IB-ondernemers) hebben een FOR op de balans staan. Dit is circa 30% van het totale aantal IB-ondernemers. Jaarlijks voegen gemiddeld 80.000 ondernemers een bedrag toe aan de FOR en onttrekken gemiddeld 26.000 ondernemers een bedrag aan de FOR.

De staatssecretaris is ervan op de hoogte dat een grote groep ondernemers die gebruikmaakt van de FOR het betreffende bedrag niet opzij zet voor een oudedagsvoorziening. Toevoeging aan de FOR is slechts een papieren handeling en gaat niet gepaard met een financiële transactie, zoals dat wel het geval is als premies voor een lijfrente worden betaald. De FOR biedt hierdoor geen zekerheid dat daadwerkelijk zal kunnen worden genoten van een oudedagsvoorziening. Op het moment van het vrijvallen van de FOR wordt in ongeveer de helft van de gevallen niet gelijktijdig een lijfrente aangeschaft. De FOR heeft daardoor vaak alleen het effect van belastinguitstel.

De staatssecretaris acht dit ongewenst en wil daarom met ingang van 1 januari 2023 de FOR afschaffen. Met de Wet toekomst pensioenen wordt de ruimte vergroot om in de derde pijler fiscaal gefaciliteerd een oudedagsvoorziening op te bouwen. Daarmee wordt een stap gezet richting een arbeidsvormneutraal pensioenkader. Hiermee worden de mogelijkheden om als ondernemer te sparen voor de oude dag vergroot.

Zoals in de Voorjaarsnota 2022 eerder al aan is gegeven wordt de FOR in veel van de gevallen uiteindelijk niet benut om te voorzien in een oudedagsvoorziening. Als onderdeel van het Belastingplan 2023 zal daarom worden voorgesteld de FOR af te schaffen in de vorm van het, met ingang van 1 januari 2023, niet meer (verder) mogen opbouwen van de FOR, waarbij de tot en met 2022 opgebouwde FOR op basis van de huidige regels kan worden afgewikkeld.

Door het afschaffen van de aftrekbaarheid van toevoegingen aan de FOR wordt een meer gelijke fiscale behandeling van arbeid voor werknemers in loondienst, ondernemers en aanmerkelijkbelanghouders bereikt, wordt het gebruik van de FOR met het oog op belastinguitstel tegengegaan en kan er voor worden gezorgd dat reële oudedagsvoorzieningen extern dienen te worden ondergebracht (zoals ook bij de afschaffing van pensioen in eigen beheer is bewerkstelligd).

[Bron BERICHT MINISTERIE VAN FINANCIËN]

Indien u op dit moment doteert aan de FOR dan zal de laatste dotatie in het jaar 2022 kunnen plaatsvinden. 

 

Hoe verder voor oude dag zorgen?

Welke mogelijkheid heeft de IB-ondernemer na 2023 nog om voor zijn oude dag te sparen?  U kunt een lijfrente storten bij een bank of verzekeraar. De inleg hiervoor is in principe aftrekbaar en de uitkering van de lijfrente is te zijner tijd belast. De mogelijkheid van het storten van een  lijfrente wordt nog aantrekkelijker als het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen wordt aangenomen.  (de aftrek ruimte wordt vergroot)

Voor meer informatie neemt u gerust contact op met een van onze collega’s van YSEL BPO Services.  Wij praten u dan bij.

 

 

 

 


  • -

Bent u al voorbereid op de Wet WTZA  (Wet toetreding zorgaanbieders)?

Category:Nieuwsbrieven

 

Vanaf het jaar  2023 moet de praktijk elk jaar voor 1 juni een jaarverantwoording publiceren op een website van de overheid. De inhoud van deze jaarverantwoording verschilt voor kleine, middelgrote en grote praktijken. Wat je precies moet doen is afhankelijk van je juridische entiteit (denk aan eenmanszaak, vof, rechtspersoon), omzet en aantal zorgverleners. In de jaarverantwoording draait het vooral om de financiële gegevens. Hierbij moet je denken aan een jaarrekening conform Burgerlijk Wetboek (grotere praktijken), financiële ratio’s (eenmanszaken) en een vragenlijst voor VWS, Nza en CBS. Behalve de vragenlijst voor de NZa en het CBS wordt alles openbaar inzichtelijk. 

Het is dus relevant dat  wij, YSEL BPO Services voor 1 mei 2023 uw administratie inzichtelijk hebben en dat wij de kengetallen tijdig kunnen overleggen.  We kunnen dan tijdig voor 1 juni 2023 de gegevens aanleveren.

YSEL BPO services zal samen met u zorgdragen dat wij aan deze verplichting kunnen gaan voldoen. 

Hierbij de beknopte samenvatting:   Welke acties worden er verlangd?

  • Vanaf 11 zorgverleners : vergunning aanvragen.    (dit moet voor 1 januari 2024)
  • Vanaf 26 zorgverleners: intern toezicht aanstellen
  • Jaarverantwoording  (voor alle zorgaanbieders)

 

Meldplicht voor praktijk en waarnemers

Bestaande praktijken en waarnemers
Hoewel de meldplicht formeel ook geldt voor bestaande praktijken, maten die vanuit een BV deel uitmaken van de maatschap en waarnemers, gaat de (actieve) meldplicht alleen gelden voor nieuwe zorgaanbieders. Bij de IGJ  bekende, bestaande zorgaanbieders hoeven niets extra’s te doen en worden automatisch in het meldsysteem gezet.

Actiepunt voor dit moment:

Kijk vanaf 1 januari 2022 in het Landelijk register zorgaanbieders of u daarin staat. Als u in dit register staat, hoeft niet meer te doen. Als u nog niet in dit register staat, moet u dit voor 1 juli 2022 doen.

Nieuwe praktijken en waarnemers
Als een nieuwe praktijk, maat die vanuit een BV toetreedt tot de maatschap of waarnemer bent u verplicht uzelf voorafgaand aan de zorgverlening te melden via het portaal www.meldennieuwezorgaanbieders.nl.

Wanneer u als waarnemer een praktijk overneemt, wordt dit als groei gezien. U heeft dan al aan de meldplicht voldaan.  Wel adviseren wij na overname te controleren of de gegevens in het Landelijk Register Zorgaanbieders kloppen.

Gepensioneerde medicus die nog incidenteel werken, vallen onder de meldplicht van de Wtza
Als een gepensioneerde medicus nog incidenteel werkt of als SCEN arts optreedt, valt deze volgens de letter van wet onder de meldplicht van de Wtza. Omdat een gepensioneerde medicus slechts incidenteel werkzaam is, beschikt deze niet altijd over een KvK-nummer. In dat geval kan de betreffende medicus contact opnemen met het klantcontactcentrum van het CIBG om zich te melden. VWS wil aan het einde van het eerste jaar met de Invoeringstoets bezien of het nodig is om specifieke groepen uit te zonderen van de meldplicht, waarbij ook onderhavige groep zal worden bezien

Wat is het doel van de meldplicht?
De meldplicht heeft twee doelen. Enerzijds verzamelt de IGJ in een vroeg stadium al veel informatie over nieuwe praktijken en waarnemers, zodat zij meer informatie heeft voor haar risico gestuurde toezicht. Vervolgens beoordeelt de IGJ of en welke praktijk zij zal inspecteren. Anderzijds bent u zich als medicus op tijd bewust van de geldende kwaliteitseisen waaraan u moet voldoen.

 

 

Toelatingsvergunning

Alléén praktijken met méér dan 10 zorgverleners zijn verplicht een toelatingsvergunning aan te vragen. Met de komst van de Wtza verandert de procedure voor het aanvragen van deze vergunning, zoals u die wellicht kent uit de huidige WTZi-procedure.

Deze vergunning legt evenwel meer nadruk op de kwaliteit van zorg en kent geen automatisch toegelaten instellingen meer. Daarbij zijn er meer weigerings- en intrekkingsgronden aan de vergunning verbonden.

Wanneer hoeft u géén toelatingsvergunning aan te vragen?
Als er vanuit uw praktijk door 10 of minder zorgverleners zorg wordt verleend.

Wanneer moet u wél een toelatingsvergunning aanvragen?
Als uw praktijk in het verleden automatisch was toegelaten, moet u alsnog een toelatingsvergunning aanvragen als u met meer dan 10 zorgverleners vanuit de praktijk werkzaam bent. Dat moet binnen twee jaar na inwerkingtreding van de Wtza (1 januari 2024).

Als uw praktijk na inwerkingtreding van de Wtza de grens van 10 zorgverleners passeert, moet u alsnog een vergunning aanvragen. Dat moet dan binnen 6 maanden nadat de grens van 10 zorgverleners is gepasseerd.

Als u als waarnemer een solopraktijk overneemt, wordt dit als groei van de onderneming gezien (mits het KvK-nummer ongewijzigd blijft). Alleen als er vanuit de praktijk samen met u meer dan 10 zorgverleners werkzaam zijn, moet binnen 6 maanden een vergunning aanvragen.

Als u toetreedt tot een maatschap, verandert er voor de maatschap niets. De Wtza verplichtingen die voor de toetreding op de maatschap lagen, blijven onveranderd mits het KvK-nummer ongewijzigd blijft.

 

Waar wordt uw praktijk op getoetst?
De CIBG toetst uw vergunningsaanvraag op de volgende elementen:

  • De eis van een dusdanige organisatie dat dit leidt tot het verlenen van goede zorg: denk daarbij aan voldoende kwalitatief als kwantitatief toegerust personeel en materieel, een goede toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden alsmede afstemmings- en verantwoordingsplichten, en voor zover nodig voldoende bouwkundige voorzieningen (artikel 3 Wkkgz).
  • De eis van een systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg (artikel 7 Wkkgz).
  • De eis van een interne procedure, waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe wordt omgegaan met signalen van incidenten (artikel 9 Wkkgz).
  • De eis van een onafhankelijk intern toezichthouder (artikel 3 Wtza, indien die eis op de instelling van toepassing is).
  • De eis van een regeling financiële bedrijfsvoering (artikel 40a, eerste lid, Wmg).
  • De eis van financieel gescheiden administratie van zorgactiviteiten van andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten (artikel 40a, tweede lid, Wmg).
  • De eis van een ordelijke en controleerbare financiële administratie (artikel 40a, vierde lid, Wmg).
  • De eis van rechtmatig declareren (artikel 35, eerste , tweede, zesde en zevende lid, Wmg).
  • De eis van een cliëntenraad (artikel 2, eerste lid Wmcz 2018, indien die eis op de instelling van toepassing is).

De toelatingsvergunning kunt u vanaf 1 januari 2022 aanvragen via www.toetredingzorgaanbieders.nl. Vanaf het moment dat de aanvraag compleet bij het CIBG binnen is, geldt in beginsel een maximum behandeltermijn van 8 weken voor het nemen van een beslissing op de aanvraag. De behandeltermijn van 8 weken mag echter, na het informeren van de zorgaanbieder daarover, worden verlengd.

 

Bestuursstructuur

Alle praktijken moet volgens de Wtza een transparante bestuursstructuur hebben. Wanneer er meer dan 25 zorgverleners werkzaam zijn in uw praktijk bent u ook verplicht om een interne onafhankelijke toezichthouder aan te stellen. Hierbij kan u denken aan een raad van toezicht of raad van commissarissen.

Daarbij hebt u als dagelijkse leiding van de praktijk een aantal plichten:

  • U moet ervoor zorgen dat de toezichthouder zijn taak zo goed mogelijk kan uitvoeren.
  • U moet de daarbij noodzakelijke gegevens (tijdig en op schrift) aanleveren.
  • U moet de toezichthouder minstens jaarlijks schriftelijk informeren over belangrijke ontwikkelingen en het strategisch beleid.

Deze interne toezichthouder moet bestaan uit tenminste 3 natuurlijke personen. Om de onafhankelijk te waarborgen vraagt de wet het volgende:

  • een lid van de toezichthouder mag geen andere financiële vergoeding van de instelling ontvangen dan een passende vergoeding
  • een lid van de toezichthouder (of diens echtgenoot/levensgezel, pleegkind, bloed-of aanverwant tot in de tweede graad):
    •  de voorgaande drie jaar geen lid van de leiding óf werknemer van de instelling zijn geweest
    • mag geen aandelen in de instelling hebben
    • mag geen lid zijn van de interne toezichthouder van een rechtspersoon die aandelen in de instelling heeft
    • mag geen lid zijn van een andere instelling die binnen het verzorgingsgebied van de instelling geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden verricht (tenzij die rechtspersoon of andere instelling een dochtermaatschappij van de instelling is)
    • het is dus wél toegestaan dat een persoon lid is van de interne toezichthouder van verschillende instellingen binnen een groep dan wel bij de moeder- en dochtermaatschappij

Bovenstaande moet u allemaal vastleggen in uw statuten of reglementen. Meer achtergrondinformatie is te vinden in de Governancecode Zorg 2017.

 

Wanneer moet u dit geregeld hebben?

  • Bestaande praktijken moeten dit binnen twee jaar geregeld hebben, dus vóór januari 2024. Of zoveel eerder dan als de verplichte toelatingsvergunning wordt aangevraagd.
  • Praktijken die na 1 januari 2022 starten, moeten dit geregeld hebben voor het aanvragen van de toelatingsvergunning. Met andere woorden voordat de praktijk start met zorg verlenen.

Jaarverantwoording

 

Op grond van een nieuw artikel in de Wet marktordening gezondheidszorg (artikel 40b Wmg) moeten álle zorgaanbieders, dus ook alle praktijken, zich jaarlijks verantwoorden door middel van een openbare jaarverantwoording.

  • De overheid wil dat iedere zorgaanbieder die (deels) met collectieve middelen wordt bekostigd, aanspreekbaar is op de professionaliteit en de integriteit van zijn bedrijfsvoering.
  • De verplichting om daarover openbaar verantwoording af te leggen, zorgt ervoor dat iedereen er kennis van kan nemen. En dat de zorgaanbieder aangesproken kan worden op de continuïteit van de zorgverlening, integriteit en professionaliteit van zijn bedrijfsvoering.
  • De NZa houdt toezicht op deze verplichting.

Wanneer en hoe
Het is de bedoeling dat praktijken voor 1 juni 2023 verantwoording gaan afleggen over het verslagjaar 2022 (voor 1 juni 2023).

Voor de inhoud van de jaarverantwoording over het verslagjaar 2022 zijn bij ministeriële regeling regels gesteld en modellen verplicht gesteld.  Zorgaanbieders moeten naast financiële gegevens ook een vragenlijst  over de bedrijfsvoering invullen. Tezamen  vormen zij de jaarverantwoording. Op www.jaarverantwoordingzorg.nl kunt u meer informatie vinden over deze verplichting

Stand van zaken
Wij zijn nog steeds samen met de Eerstelijnscoalitie in gesprek met het ministerie van VWS en de NZa over de Wtza. Helaas lopen deze gesprekken bijzonder stroef en lijken VWS en de NZa ondertussen desondanks de invoering door te zetten. Het duurt nog een tijd voor dit daadwerkelijk extra lasten gaat opleveren (pas begin 2023). Nu er een nieuw kabinet is, stellen we opnieuw de stapeling van administratieve lasten aan de orde.

Eenmanszaken
Duidelijk is wel dat financiële verantwoording voor eenmanszaken wordt beperkt tot een aantal financiële ratio, om de privacy van de praktijkhouder te beschermen. En dat de verplichte accountantsverplichting voor alle praktijken van de baan is.

Daarnaast is bekend dat de financiële verantwoording vergezeld zal worden van een schriftelijke vragenlijst met basisindicatoren, om inzicht te geven in de bedrijfsvoering.

 

Welke zorgverleners vallen onder de aantallen:

 

Bij het tellen van het aantal zorgverleners is het volgende van belang:

 

  • alleen zorgverleners tellen mee (praktijkmanagers, administratief

medewerkers en schoonmakers, etc. niet). BIG-registratie doet niet

ter zake;

  • de juridische grondslag (werkzaam als werknemer, zzp’er,

pot-overeenkomst, werkzaam op grond van een

aansluitovereenkomst) is niet van belang.

Gekeken wordt welke zorgverleners feitelijk vanuit de

zorgaanbieder (praktijk niet hoed) zorg verleent;

  • zorgverleners die formeel werkzaam zijn bij een onderaannemer,

moeten worden meegeteld bij de hoofdaannemer;     

  • personen die slechts zeer incidenteel zorg verlenen, zoals vrijwilligers

en stagiairs, tellen niet mee. (Wanneer structureel stageplaatsen

worden aangeboden moet dit echter wel worden meegenomen in de

telling);

  • Aios tellen wel mee, omdat zij arts zijn en beroepsmatig zorg

verlenen waarvoor ze betaald krijgen.

Samenvattend:

 

Medewerkers op de loonlijst tellen mee, voor zover zij Wlz- en/of Zvw-zorg leveren.

Hetzelfde geldt voor ingehuurde zzp’ers. Als uw praktijkondersteuner Wlz- en/of Zvw zorg levert, telt deze ook mee.

Jeugdzorg is expliciet uitgezonderd van de Wtza

[Bron LHV]

 

Ysel BPO Services BV staat u natuurlijk bij in dit traject. 


  • -

Belastingdienst verwijdert verlopen modelovereenkomsten. Vraag tijdig verlenging aan.

Category:Nieuwsbrieven

 

De Belastingdienst verwijdert modelovereenkomsten die zijn verlopen of binnenkort verlopen van zijn internetsite. Als u als klant de overeenkomst wil blijven gebruiken, kunt u verlenging aanvragen.

Op belastingdienst.nl staan modelovereenkomsten die u als klant kan gebruiken als u te maken krijgt met een opdrachtnemer buiten loondienst. De goedkeuring van veel van deze overeenkomsten is verlopen of verloopt binnenkort. Daarom verwijdert de Belastingdienst deze overeenkomsten.

Let op!

Als de goedkeuring is verlopen, heeft u als klant geen zekerheid bij het afsluiten van zo’n overeenkomst.

Datum van verwijdering zichtbaar
Op de downloadpagina van elke modelovereenkomst staat de geldigheidsdatum en wanneer de Belastingdienst de overeenkomst verwijdert.

Modelovereenkomsten waarvan de goedkeuring nu al is verlopen verwijdert de Belastingdienst op 1 oktober 2022, andere overeenkomsten 6 maanden na de geldigheidsdatum.

Ook na verwijdering kan u nog verlenging van de overeenkomst aanvragen. De Belastingdienst bewaart de verwijderde overeenkomsten.

Meer informatie leest u op belastingdienst.nl.

  • [bron BELASTINGDIENST]

 


  • -

Wordt de BTW op de zonnepaneel afgeschaft?  

Category:Nieuwsbrieven

Antwoorden op Kamervragen over btw-tarief zonnepanelen

De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de staatssecretaris hebben Kamervragen beantwoord over het per 2023 afschaffen van de btw op zonnepanelen, waarover momenteel een internetconsultatie loopt. Gevraagd is of de beide bewindslieden de mening delen dat niet alleen consumenten met een geschikt dak moeten profiteren van deze btw afschaffing. Dat blijkt niet het geval. Het is de EU-lidstaten toegestaan om een btw-nultarief toe te passen op de levering en installatie van zonnepanelen op en in de onmiddellijke nabijheid van particuliere woningen, huisvesting en openbare en andere gebouwen die worden gebruikt voor activiteiten van algemeen belang.

Het is op grond van de Btw-richtlijn dus niet mogelijk om de installatie van zonnepanelen op alle soorten gebouwen toe te staan. Het consultatievoorstel is zo vormgegeven dat het btw-nultarief van toepassing is op zonnepanelen op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen, zoals het geval kan zijn bij zonnepanelen die worden geplaatst op een schuur, een garage, in de tuin of een uitbouw die bij de woning hoort. In die zin is de regeling ruim opgezet. De mogelijkheid van het introduceren van een btw-nultarief voor zonnepanelen op openbare en andere gebouwen die worden gebruikt voor activiteiten van algemeen belang wordt nog onderzocht. Het consultatievoorstel beoogt primair het verlichten van de administratieve last voor particuliere zonnepaneelhouders en de uitvoeringslast die deze zonnepaneelhouders bij de Belastingdienst opleveren.

  • BRON BERICHT MINISTERIE VAN FINANCIËN   25.05.2022]


  • -

Box 3 waar gaan we naar toe?

Category:Nieuwsbrieven

 

Het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021 waarin de Nederlandse belasting van inkomsten uit sparen en beleggen voor de jaren 2017-2020 in strijd met de wet werd geacht, heeft inmiddels flink wat stof doen opwaaien.

Reactie Staatssecretaris
In een reactie heeft deze aangegeven dat hij rechtsherstel zal bieden aan degenen die bezwaar hadden gemaakt tegen de heffing. De uitspraak verplicht daar ook toe. Dit zal worden geboden via een forfaitaire heffing. De vermogensmix die door het december-arrest onderuit werd gehaald wordt aldus losgelaten.

Voor de jaren 2017 t/m 2021 ziet de forfaitaire heffing er als volgt uit.

Forfaits

2017

2018

2019

2020

2021

Spaargeld

0.25%

0.12%

0.08%

0.04%

0.01%

Schulden

3.43%

3.20%

3.00%

2.74%

2.46%

Beleggingen

5.39%

5.38%

5.59%

5.28%

5.69%

 

De met de forfaits berekende opbrengst wordt voor de jaren 2017 t/m 2020 belast tegen 30% en voor 2021 tegen 31%. De spaarders worden aldus gecompenseerd. Met het feit dat bij spaargelden boven € 100.000,- een negatieve rente in rekening wordt gebracht, wordt echter geen rekening gehouden. Voor beleggers wordt nog steeds gerekend met een hoog forfait. Zij krijgen dus geen rechtsherstel als zij op hun beleggingen slechts een laag rendement hebben behaald. Een volgende procedure ligt hier dan ook waarschijnlijk alweer op de loer.

Het 20 mei arrest
Voor het beperkt rechtsherstel werd gewezen op een lopende procedure voor de Hoge Raad. Daarbij ging het om de vraag of degen die geen bezwaar hadden gemaakt alsnog een belastingvermindering konden afdwingen via een verzoek tot ambtshalve vermindering. De uitspraak van de Hoge Raad van 20 mei jl. heeft voor belastingplichtigen op dit punt voor een deceptie gezorgd.

Een beroep op ambtshalve vermindering kan niet worden gedaan op basis van nieuwe jurisprudentie die is gewezen nadat de aanslag IB/PVV voor een bepaald jaar definitief is vastgesteld. Dit is het geval als tegen de aanslag geen bezwaar of hoger beroep meer kan worden ingesteld. Volgens de Hoge Raad betekent dit dat belastingplichtigen die geen bezwaar hadden gemaakt tegen de heffing niet om ambtshalve vermindering kunnen verzoeken op basis van het kerstarrest.

Uitgebreider rechtsherstel
Op verzoek van de kamer onderzoekt de staatssecretaris momenteel nog of aan een grotere groep belastingplichtigen rechtsherstel kan worden geboden. Het gaat daarbij met name om de kleine spaarders. Probleem daarbij is de definitie van kleine spaarder. Iedere grens zal daarbij als willekeurig worden ervaren. Een tweede pijnpunt is dat alleen de kleine spaarder wordt gecompenseerd en niet de onfortuinlijke kleine belegger. Hier lijkt sprake van strijd met het gelijkheidsbeginsel.

De jaren 2022 t/m 2024
In april heeft de staatssecretaris aangeven dat voor de jaren 2022 t/m 2024 de belasting ook op een nog nader vast te stellen forfait zal worden gebaseerd. Hier moet met belangstelling worden afgewacht wat met de beleggingen zal worden gedaan. Door de Oekraïne-oorlog zijn aandelen in 2022 immers sterk in waarde gedaald.

Vermogensaanwasheffing
In 2025 zal een vermogensaanwasheffing worden ingevoerd. Daaronder worden dividenden, rente, huurinkomsten en de waarde toename van aandelen belast. Daarbij is niet van belang of de waarde toename van de aandelen ook daadwerkelijk is gerealiseerd. De invoering van een vermogenswinstbelasting wordt niet als wenselijk gezien omdat de realisatie van vermogenswinsten dan onbeperkt kan worden uitgesteld. Voor onroerende zaken zal echter ook dan nog een forfait worden gehanteerd omdat men de bepaling van de waardeaangroei daarbij blijkbaar moeilijk vindt.

Gevolgen van de systeemwijziging in 2025
Op 24 juni jl. is aangekondigd dat in het najaar een wetsvoorstel zal worden ingediend dat de exacte details van de vermogensaanwasheffing bevat. In ieder geval staat vast dat particuliere beleggers weer wat extra ingewikkelde berekeningen zullen moeten maken. Te hopen valt echter dat financiële instellingen hier de reikende hand zullen bieden.

Ook is duidelijk dat de invoering van een vermogensaanwasbelasting tot vele principiële discussies zal moeten leiden. Een duidelijk voorbeeld is of het belasten van de eigen woning in box 1 moet blijven of overheveling naar box 3 wenselijk is. Een tweede belangrijke vraag is of de vermogensaanwas van een dure eigen woning nog steeds onbelast kan blijven.

Verder zullen ook misbruikregels moeten worden ingevoerd om te voorkomen dat grootaandeelhouders hun vermogen in box 2 (aanmerkelijk belanghouders) gaan parkeren om de vermogensaanwasheffing te ontlopen. Een principiële vraag wordt dan of aanmerkelijkbelanghouders en normale beleggers nog verschillend kunnen worden belast

Ook is van belang tegen welk tarief de nieuwe belasting zal worden geheven. Door velen wordt momenteel immers al de vraag gesteld waarom beleggingen veel gunstiger worden belast dan arbeidsinkomsten.

Mijns inziens zou de invoering van een vermogensaanwasbelasting dan ook moeten worden gebruikt voor het doorvoeren van de al lang noodzakelijke hervorming van de inkomstenbelasting. Ook kunnen dan enkele vereenvoudigingen worden doorgevoerd door het afschaffen van ingewikkelde regelingen als het lucratief belang en de terbeschikkingstellingsregeling. Wordt vervolgd!

Bronnen: Brief Staatssecretaris van Financiën van 15 april 2022, no. 2022-0000122084, Brief Staatssecretaris van Financiën van 28 april 2022, no. 2022-000000132649, Uitspraak Hoge Raad van 20 mei 2022, no. 21/04407 en Brief No. 2022-0000172543 van 24 juni 2022.

Auteur: dr. R. (René) Offermans

[BRON REDACTIE NEXTENS]

 

Ysel BPO Services houdt de wetgeving in de gaten.   We houden u op te hoogte van de uitkomst van de heffing over het BOX 3 vermogen.

 


  • -

Kamerbrief herstel niet-bezwaarmakers box 3

Category:Nieuwsbrieven

Komt er compensatie voor BOX 3 voor niet-bezwaarmakers?

Er zijn verschillende opties in kaart gebracht om mensen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing in box 3 ook rechtsherstel te bieden, ook al is dit juridisch niet verplicht. Daarbij is op verzoek van de Tweede Kamer ook gekeken naar mogelijkheden om het rechtsherstel toe te spitsen op kleinere vermogens. Afhankelijk van de gekozen optie kan de aanvullende budgettaire impact oplopen tot € 7 miljard. Het kabinet verwacht met Prinsjesdag een keuze te maken of er rechtsherstel geboden wordt aan niet-bezwaarmakers.

Na het debat met de Tweede Kamer kan daarna definitieve besluitvorming plaatsvinden. Belastingplichtigen hoeven nu nog niks te doen om in aanmerking te komen voor eventueel rechtsherstel. Dit staat in brief van de staatssecretaris die hij naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In de brief wordt ingegaan op de mogelijke vormgeving en overwegingen bij de volgende scenario’s:

  • Geen rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers;
  • Volledig rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers;
  • of Gedeeltelijk rechtsherstel voor niet-bezwaarmakers, waarbij verschillende mogelijkheden zijn uitgewerkt.

De komende tijd wordt nog onderzocht wat de gevolgen van de opties voor de uitvoering zijn. Het kabinet weegt daarbij ook of een oplossing rechtvaardig is en juridisch houdbaar. Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de manier waarop vermogen in box 3 belast wordt in bepaalde gevallen in strijd is met het EVRM. De ongeveer 60.000 mensen die bezwaar hadden gemaakt over de belastingjaren 2017-2020 krijgen daardoor rechtsherstel, voor 4 augustus 2022.

Ook alle mensen waarbij de belastingaanslag nog niet vaststond komen in aanmerking voor het rechtsherstel. Op 20 mei 2022 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de vraag of belastingplichtigen die niet op tijd bezwaar hebben gemaakt tegen de heffing in box 3 ook rechtsherstel moeten krijgen. Omdat deze aanslagen al onherroepelijk vaststonden op het moment van het eerste arrest (24 december 2021), is het kabinet niet verplicht deze groep rechtsherstel te bieden .Het kabinet is van plan om vanaf 2025 belasting te gaan heffen over het werkelijk rendement in box 3. Dit plan is onlangs voor het eerst besproken in de Tweede Kamer.

Op dit moment is het dus nog niet duidelijk of er compensatie komt voor BOX III voor de niet-bezwaarmakers.

Wij houden u op de hoogte.

 

[BRON BERICHT MINISTERIE VAN FINANCIËN] 8 juli 202


  • -

Werkgevers wat is er verandert per 1 augustus 2022?

Category:Nieuwsbrieven

 

Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in werking

  

Het wetsvoorstel implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden is op 1 augustus 2022 in werking getreden. Welke gevolgen heeft dat?

Als de werkgever volgens de wet of cao verplicht is bepaalde scholing te bieden, hoeft de werknemer deze niet te betalen. Een werknemer mag bovendien ergens anders werken als de werkgever geen rechtvaardigingsgrond heeft om dit te verbieden.

Ligt het grootste gedeelte van de werktijden niet vast, dan is de werkgever verplicht vooraf vast te leggen op welke dagen de werknemer beschikbaar moet zijn voor werk. Alleen die dagen is de werknemer verplicht om te komen.

De richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden heeft als doel de inhoud van het werk vooraf transparanter en beter voorspelbaar te maken. Dit leidt tot de volgende wijzigingen.

  1. uitbreiding informatieverplichting;
  2. kosteloze scholing;
  3. verbod op nevenwerkzaamheden ingeperkt;
  4. verzoek om meer voorspelbare arbeidsvoorwaarden;
  5. geheel of grotendeels onvoorspelbare arbeid.

1 Uitbreiding informatieplicht

De Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden stelt minimumvereisten aan de informatie die werkgever aan werknemers moeten verschaffen over de essentiële aspecten van de arbeidsrelatie en arbeidsvoorwaarden. Hiermee worden transparantie en voorspelbaarheid van de arbeidsvoorwaarden gewaarborgd voor de werknemer.

Voor arbeidsovereenkomsten die vanaf 1 augustus 2022 worden gesloten, geldt dat gegevens binnen 1 week na de eerste werkdag aan de werknemer worden verstrekt. De overige gegevens worden binnen een maand na de eerste werkdag aan de werknemer verstrekt.

De uitbreiding van de informatieplicht ziet ook op wijzigingen. De werkgever moet bij wijziging van de arbeidsvoorwaarden, de werknemer daarop uiterlijk op de dag waarop deze wijziging ingaat, informeren.

2 Kosteloze opleiding

Op grond van de Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden wordt de mogelijkheid om studiekosten op de werknemer te verhalen, beperkt.

Met ingang van 1 augustus 2022 geldt dat voor wettelijk en bij cao verplicht door de werkgever te verstrekken opleidingen geen terugbetalingsbeding mag worden opgenomen in de
arbeidsovereenkomst. Als een dergelijke bepaling toch in de arbeidsovereenkomst is opgenomen, is deze nietig. In andere gevallen blijft het wel mogelijk om een terugbetalingsbeding overeen te
komen.

3 Geen verbod op nevenwerkzaamheden, tenzij rechtvaardigingsgrond

De richtlijn beperkt de mogelijkheid van de werkgever om de werknemer te verbieden elders te werken.

De werkgever mag de werknemer niet verbieden nevenwerkzaamheden te verrichten, tenzij de werkgever daarvoor een objectieve rechtvaardigingsgrond heeft. De werkgever moet dan in
de arbeidsovereenkomst op te nemen dat in geval van een objectieve rechtvaardigingsgrond nevenwerkzaamheden verboden kunnen worden. De werkgever kan in de arbeidsovereenkomst
opnemen in welke situaties sprake is van een objectieve rechtvaardigingsgrond, maar is daartoe echter niet verplicht.

Als de werkgever zich beroept op het beding in de arbeidsovereenkomst, moet hij wel altijd motiveren op grond van welke objectieve rechtvaardigingsgrond de nevenwerkzaamheden niet zijn toegestaan.

Voorbeeld

Een werknemer werkt in loondienst bij een advocatenkantoor en wil daarnaast 1 dag als zelfstandig advocaat gaan werken. De werkgever kan een objectieve rechtvaardigingsgrond hebben om deze nevenwerkzaamheden te verbieden als deze werkzaamheden leiden tot een belangenverstrengeling. Bijvoorbeeld wanneer de advocaat als zelfstandige tegen cliënten van zijn werkgever procedeert.

4 Verzoek om meer voorspelbare arbeidsrelatie

De richtlijn bepaalt dat de werknemer de werkgever kan verzoeken om een meer voorspelbare arbeidsrelatie. Dit is geregeld in de Wet flexibel werken.

De werknemer moet dit verzoek, net zoals de andere verzoeken op grond van de Wet flexibel werken, schriftelijk doen bij de werkgever.

Als de werknemer zo’n verzoek doet, moet de werkgever binnen een maand reageren op het verzoek. Als de werkgever niet of niet tijdig reageert, wordt het verzoek van de werknemer
geacht te zijn ingewilligd. Voor kleine werkgevers, tot 10 werknemers, geldt een reactie-termijn van 3 maanden.

 

5 Geheel of grotendeels onvoorspelbaar werkpatroon

Op grond van de richtlijn wordt de positie van werknemers die werken op grond van een geheel of grotendeels onvoorspelbaar werkpatroon versterkt. Deze werknemers krijgen een minimaal niveau van voorspelbaarheid.

Voor oproepcontracten geldt met ingang van 1 augustus 2022 het volgende:

  • De bestaande bescherming blijft ongewijzigd.
  • In aanvulling daarop moet de werkgever referentiedagen vastleggen. Referentiedagen zijn de dagen en tijdstippen waarop de werknemer verplicht kan worden te komen werken.

Werknemers met een contract dat niet voldoet aan de voorwaarden aan een oproepovereenkomst, maar waar wel sprake is van een geheel of grotendeels onvoorspelbaar werkpatroon, biedt de  wet aanvullende bescherming. Deze werknemers krijgen meer duidelijkheid over de te werken dagen en tijdstippen.

[BRON Fiscaal Vanmorgen 2 augustus 2022]

 

Mocht u een vraag hebben over dit item of over een bepaald onderdeel,  neem gerust contact met ons op.  Ysel BPO Services BV praat u graag bij. 

 


  • -

Wat u moet weten over PSD2

Category:Nieuwsbrieven

De vernieuwde Payment Services Directive (PSD2) is een Europese wet voor betalingsverkeer. Door deze wet kunt u nu ook derde partijen toegang geven tot uw betaalgegevens. Zo bevordert PSD2 innovatie en concurrentie op de betaalmarkt.

Maar wat is PSD2 precies? En hoe zorgen we ervoor dat betaalgegevens veilig blijven?

Wat is PSD2?

PSD2 is een Europese wet voor het betalingsverkeer van consumenten en bedrijven. Deze wet is in februari 2019 in Nederland ingevoerd. Het houdt onder andere in dat banken verplicht zijn om derde partijen toegang te geven tot uw betaalrekening als u daar toestemming voor geeft. Derde partijen zijn bedrijven die betaaldiensten aanbieden. Deze bedrijven krijgen alleen toegang tot uw betaalrekening als u daar toestemming voor geeft.

Waarom is PSD2 er?

Voordat PSD2 van kracht was, hadden alleen banken en uzelf toegang tot uw betaalgegevens. Het idee van PSD2 is dat u als consument zelf bepaalt wie er allemaal nog meer gebruik mag maken van die gegevens. Door PSD2 ontstaat er meer concurrentie op de betaalmarkt, omdat ook andere bedrijven dan uw bank uw betaalgegevens kunnen inzien. Maar er zijn twee voorwaarden:

  1. U bepaalt zelf wie toegang krijgt tot uw betaalgegevens.
  2. Het bedrijf moet een vergunning hebben bij De Nederlandsche Bank (DNB) of in een andere lidstaat van de EU.

Innovaties dankzij PSD2

In Nederland was er voor PSD2 al veel mogelijk op het gebied van betalen. Het kan dus zijn dat u nog geen verzoek heeft gekregen van een bedrijf om uw betaalgegevens in te zien.

Maar wat zijn dan precies de mogelijkheden met PSD2? Al uw betaalrekeningen en betaaltransacties bij verschillende banken verzamelen in een overzicht is een voorbeeld. Zo ontstaat een slim huishoudboekje dat met eerdere betaaltransacties voorspellingen kan doen. In de toekomst kunt u misschien ook apparaten toegang geven tot uw betaalrekening. Een koelkast die bijvoorbeeld zelf de voorraad bijhoudt, een bestelling plaatst bij de supermarkt én gelijk afrekent. Dankzij PSD2 ontstaan er veel nieuwe mogelijkheden.

De risico’s van PSD2

Het is natuurlijk niet de bedoeling dat iedereen zomaar toegang heeft tot uw betaalgegevens. Daarom is het goed om kritisch te zijn als een bedrijf om toegang tot uw gegevens vraagt. Zo’n vraag tot toegang is namelijk gemakkelijk te verwarren met phishing; cybercrime waarmee er ‘gevist’ wordt naar gegevens zoals uw inlogcodes en pincode. Twijfelt u of de vraag wel klopt? Dan kunt u altijd checken of het bedrijf in ons register van vergunningen staat. Als u niet reageert op het verzoek, krijgt het bedrijf nooit toegang tot uw betaalgegevens.

Als u de derde partij toegang geeft tot uw betaalgegevens, mag die derde partij de gegevens alleen voor het specifieke doel gebruiken waarvoor u toestemming heeft gegeven. DNB en de Autoriteit Persoonsgegevens controleren of de partij zich daar ook aan houdt.

[BRON De Nederlandse bank eurosysteem]

 

 


  • -

PSD2 in relatie tot de door ons gebruikte software pakketten EXACT Online en Twinfield;

Category:Nieuwsbrieven

PSD2 in relatie tot de door ons gebruikte software pakketten EXACT Online en Twinfield;

Wat heb ik als klant eraan? 

Met PSD2 kies je zelf wie toegang krijgt tot je gegevens. Je transactiegegevens blijven van jou en je kunt op elk moment je toestemming geven (of intrekken). 

Direct inzicht 

De transacties worden minimaal 4 keer per dag verwerkt. Zo heb je sneller en beter inzicht in de actuele administratie. En je boekhouding en banksaldo heb je altijd bij de hand. Dat geeft niet alleen jou inzicht maar is ook een bron voor je accountant die jou adviseert. Kortom, meer informatie wat jou helpt om de juiste beslissingen te nemen. 

Veilig 

Doordat PSD2-koppelingen aan strenge richtlijnen van de Europese Unie, nationale overheden en nationale banken als De Nederlandsche Bank zijn gebonden, zijn deze uitermate veilig qua opzet. Zo moet Exact jaarlijks kunnen aantonen dat er nog steeds wordt voldaan aan de richtlijnen van de Europese Unie, Nederland en De Nederlandsche Bank. 

Bespaar tijd 

Vergeet tijdrovend handmatig data verzamelen en voorkom fouten. Zorg voor directe toegang. PSD2 maakt het bovendien gemakkelijk om historische transactiegegevens direct te zien.

Controlled Release

Met een aantal banken hebben de software aanbieders zoals Exact inmiddels een PSD2 koppeling in Controlled Release.

Waar moet ik beginnen?  In EXACT

Met onze software kun je steeds meer op het gebied van bankieren. De PSD2 bankkoppelingen zijn nu in early access beschikbaar in Exact Online voor Triodos, bunq, SNS, RegioBank, ASN, Knab en Van Lanschot. Binnenkort volgen er nog meer banken in zowel Nederland als andere Europese landen.

https://www.exact.com/nl/producten/bankkoppelingen/psd2

 

Waar moet ik beginnen?  In twinfield.

https://www.wolterskluwer.com/nl-nl/solutions/tax-accounting-software/content-suite/themas/psd2

 

Voor alle PSD2 koppelingen geldt dat er elke 90 dagen toestemming moet worden gegeven.    Wij, YSEL BPO Services BV,  zullen u tijdig informeren op welke aan deze toestemming vorm gegeven kan worden. 

Belangrijk daarbij is wel dat je klant hiervoor toestemming heeft gegeven. De rekeninghouder (lees: u als klant) is bovendien wettelijk verplicht om die toestemming elke 90 dagen weer opnieuw te verlenen. Dat geldt ook voor je klanten die nog een papieren administratie voeren (de zogeheten ‘schoenendozen’)?

Wij, de collega’s van YSEL BPO Services BV , kunnen u in dit proces bijstaan.   Bij hulp of vragen bel gerust.  Wij houden u op de hoogte over dit onderwerp.

 

 

 


  • -

Eigen woning veel duurder door voorstellen rapport

Category:Nieuwsbrieven

 

Belastingplichtigen met een eigen woning zullen door de voorstellen die zijn opgenomen in het rapport ‘Licht uit, spot aan: de vermogensverdeling’ flink meer moeten gaan betalen voor hun huis. Er is voorgesteld het eigenwoningforfait te vervijfvoudigen en de hypotheekrenteaftrek af te bouwen.

Het kabinet heeft een tijdje geleden verzocht om te onderzoeken hoe het gesteld is met de vermogensongelijkheid in ons land. Uit het rapport ‘Licht uit, spot aan: de vermogensverdeling’ (pdf) dat naar aanleiding van dit onderzoek is opgesteld blijkt dat de verdeling van vermogen in Nederland schever is dan gedacht, en dat het fiscale beleid de ongelijkheid vergroot. Ook op het gebied van de woningmarkt heerst er een grote vermogensongelijkheid. Eigenwoningbezitters hebben bijvoorbeeld 14 keer meer vermogen dan huurders. Dit moet veranderen.

Verhoging eigenwoningforfait en verlaging hypotheekrenteaftrek

De eerste stappen die voor de eigen woning volgens het rapport moeten worden genomen om de vermogensongelijkheid enigszins recht te trekken zijn dat de belangrijkste schijf van het eigenwoningforfait van 0,45% met stappen van 0,10%-punt wordt verhoogd. De hypotheekrenteaftrek wordt vanaf 37,05% zoals deze geldt per 2023 in twee jaar naar 31% verlaagd. De verlaging van de hypotheekrenteaftrek naar 31% zal echter nog wel even op zich zal laten wachten

Eigen woning naar box 3

Later is het de bedoeling dat de eigen woning in box 3 van de inkomstenbelasting gaat meetellen.  Uit berekeningen van het Economisch Instituut van de Bouw op verzoek van De Telegraaf blijkt dat dit een starter met een appartement van € 250.000 al snel € 1.200 per jaar gaat kosten. Voor een woning met een waarde van € 800.000 is dat al € 5.000.

Flinke inkomensgevolgen voor toekomstige gepensioneerden

De extra heffing zou voor een deel gecorrigeerd moeten worden door een lager tarief van de inkomstenbelasting. Omdat de maatregelen over een flink aantal jaren worden uitgesmeerd kan dit vooral voor de belastingplichtigen die in die tijd met pensioen gaan flinke inkomensgevolgen hebben. Zij moeten meer gaan betalen voor hun eigen woning terwijl ze minder terugzien van de belastingverlaging van de IB.

[bron Fiscaal rendement  28 juli 2022]

 

De eigen woning is in het vizier en wordt mogelijk de komende jaren toch duurder.
Ysel BPO Services BV houdt deze berichtgeving nauw in de gaten.   Bij introductie van deze verhogingen dan brengen wij u op te hoogte.